Column: Remise!

Een onderbeen gekruist onder zijn lijf op de stoel zittend om wat hoogte te winnen, een beetje nerveus knabbelend op zijn balpennetje, regelmatig vanuit een ooghoek turend naar de verspringende cijfertjes op de wedstrijdklok, af en toe blikkend naar zijn veel oudere tegenstander aan de ander kant van het bord, dat beeld typeert Edwin, een van de deelnemers aan het toernooi. Zijn plaats op de ranglijst biedt niet zo heel veel perspectief, maar met zijn fanatisme is verder niets mis. Zijn score tot nu toe is niet om over naar huis te schrijven, maar hij probeert er ook in deze nieuwe ronde het allerbeste van te maken. Met vaste hand noteert hij zijn openingszet, even staren naar het bord, is het veld vanwaar de witte schijf vertrok nu veld 32, of is het toch 33, even kijken, nee het is inderdaad 32-28 waarmee hij de partij tegen Johan opende. Eens kijken hoe mijn tegenstander hierop reageert. Johan heeft er vandaag zin in. 18-22 is het snelle antwoord. Voor de jongeren met een behoorlijke portie theoretische bagage staan een reeks goed speelbare antwoorden ter beschikking. Vertel mij wat. In de opening speel je de aanstromende jeugd niet zomaar van het bord, een enkele openingsslagzet daargelaten, maar ook daar zijn de jongeren tegenwoordig behoorlijk in getraind. Met een beetje pech wordt je als oudere dammer die de nieuwste openingsvarianten niet allemaal meer beheerst door een moderne variant zomaar voor het blok gezet. En wee als je, verrast door een onbekende zet van je tegenstander, op eigen kracht een tegenzet doet waarvan bewezen is dat die theoretisch nadeel oplevert. Ga er dan maar rustig van uit dat je dat nadeel in je schoenen geschoven krijgt en met een beetje pech is je lot in deze partij voor een deel al bezegeld, zeg maar nog voordat het spel goed en wel begonnen is. De partij tussen Edwin en Johan kabbelt na de opening rustig verder. Is er sprake van een voordelige stelling? Beslist als je de omstanders mag geloven. Hij speelt het knap wordt er gefluisterd. Ja maar de zwartspeler heeft nog compensatie op zijn lange vleugel. Is dat werkelijk zo? Enkele sterke zetten van de jongeman jagen de kat in de gordijnen, de stelling op het bord neemt explosieve vormen aan. De nerveuze trekjes bij de jongeman, zich bewust van zijn voordeel, nemen in hevigheid toe. Hij heeft voordeel, hoe zal mijn tegenstander reageren? De zenuwen gaan meespelen, het geknabbel op de pen neemt toe, hij kijkt af en toe schichtig om zich heen, zien mijn supporters hoe goed ik sta? Het gedraai op de stoel neemt hand over hand toe. Hij nipt even aan zijn colaglas, even afschakelen, even de gedachten op iets anders brengen. Zijn opponent is zich intussen maar al te zeer bewust van de penibele situatie van zijn stand, hier kan ik normaal gesproken toch niets zinnigs meer uithalen, als hij het goed afwikkelt heb ik geen schijn van kans. Moet ik me het afspel laten bewijzen of houd ik de eer aan mezelf? Verlies van de partij kan ik niet vermijden, zal ik toch kiezen voor het laten bewijzen van de winstgang? Waarom eigenlijk niet, als de stelling verloren is dan blijkt dat over enkele zetten toch wel, maar dan moet hij het goed spelen. Blijft de jongeman zijn zenuwen de baas, mag ik daar gebruik, of handig misbruik, van maken. Is het onsportief door te spelen in deze verloren stand? Het besluit valt: ik speel door, we zien waar het schip strandt. Het afspel duurt nog lang, de blik van de witspeler is gefocust op de volle winst, hij ziet hoe de seconden op de wedstrijdklok wegtikken, alhoewel tikken? De steeds verspringende cijfertjes duiden aan dat de laatste 15 minuten speeltijd zijn ingegaan. Van tijdnood is geen sprake, nog drie zetten te gaan in een kwartier, dan moet haalbaar zijn. Dan dat momentje van onachtzaamheid, er blijkt een addertje onder het gras. Een slagwending met een meerslageffect, voor de zwartspeler die zich al enige tijd verzoende met een nederlaag een laatste strohalm om toch nog iets van de partij te maken. Remise is niet meer af te wenden, het geintje dat zo aardig in de stand verweven zat maakt een deling van de punten waarschijnlijk. Remise? De jongeman staart naar zijn overgebleven stelling, stelt pijnlijk vast dat zijn laatste zet niet zijn sterkste is geweest. Hij neemt het remise-aanbod met beide handen aan: elk punt is er een, en zo heel veel puntjes heeft hij nog niet verzameld de afgelopen dagen. De arbiter komt langs, informeert naar de uitslag van de partij. O, gauw nog even het resultaat en de gebruikte tijd noteren. Hij scheurt het witte vel los van het gele en reikt het de arbiter aan. Hij had moeten winnen, geeft zijn tegenstander gewetensvol toe, maar er zat een zetje in. Edwin is blij met zijn punt, de spanning is van zijn gezicht verdwenen, hij maalt niet om de gemiste winst. Breedlachend loopt hij in de richting van zijn trainer, remise, mooi toch? Zijn gameboy wacht.
Nieuws
Facebook
Begunstigers
Gehost door CEWeb: Webdesign, Hosting & Grafische vormgeving

Hotel-Cafe Rumpenerhof

Civa - Scholing Zuid-Limburg

Proeflokaal Gorissen