Column: Grote kwaliteitsverschillen in derde ronde

Traditioneel is ronde drie er een met grote kwaliteitverschillen. Dit bleek ook vandaag weer uit een reeks korte partijen. Een daarvan was die tussen Bé Eggens en Ivar Jansen. Helaas (voor Ivar) verloor de jongste Jansen in het eerste uur. En toch niet al te moeilijke combinatie was de inleiding en de aanleiding voor de vroegtijdige overgave. Bé kwam dus al snel op 6 uit 3.

Jesse van Beek, behalve de eerst genoemde deelnemer in de alfabetische lijst met de deelnemers aan Brunssum Open 2010, maar ook, en dat is belangrijker, met een hoger weerstandspuntenaantal de leider in het klassement, moest vanmiddag heel lang wachten voordat hij zijn voordelige stelling in winst kon omzetten. Hij maalde er niet om. Uiteindelijk bezweek zijn tegenstander onder de druk, twee punten voor van Beek.

In de drie overige partijen tussen de vierpunters na twee ronden, kwam alleen Ron Heusdens tot de volle winst. Gerhard Gerritsen vond in de grootmeester zijn Waterloo.

Fabian Snijder en Rein van der Wal deelden na een partij van bijna viereneenhalf uur de buit, en ook in de partij tussen Ali Fthalla en Sjuul Verheij sloeg de balans na vier uur en een kwartier fel knokken niet in het voordeel van een van beide door: remise derhalve.

Deze resultaten in de stand verwerkend blijkt dat de weerstandspunten van Jesse van Beek nog steeds toereikend zijn voor het vasthouden van de eerste plaats. Ron Heusdens en Bé Eggens (was hij vorig jaar niet de verrassende tweede in Brunssum Open 2009?) hebben ook de maximale score van 6 uit 3, maar hun tegenstanders vergaarden samen iets minder punten dan die van Jesse.

Er waren vandaag ook uitslagen die op voorhand voorspelbaar leken. Leken, want je moet voorzichtig zijn met het doen van boute beweringen, maar de puntendeling tussen vader en zoon Swelsen in een partij die de vijftien minuten niet, maar de veertig zetten gelukkig wel haalde, is toch iets met een pikant bijsmaakje. Ook het feit dat spelers precies na de veertigste zet tot een remise besluiten roept enkele vraagtekens op. Er is niets onoirbaars aan de hand, het is allemaal keurig volgens de reglementen, maar toch.

Op een gedeelde vierde plaats volgen na de derde ronde maar liefst 15 dammers onder wie de Russische grootmeesters Alexander Getmanski en Andrej Kalmakov, die allebei na een remise op de eerste dag langzaam naar boven komen en die er alles aan doen om Ron Heusdens niet verder uit te laten lopen. WSDV Wageningen (met Jozef Linssen, Marcel Monteba en Kaspar Heijnen) en DEZ Culemborg (Sjuul Verheij en Sjoerd ten Brinke) zijn in deze regionen goed vertegenwoordigd.

De eerste Limburgse spelers (waarbij de Jozef Linssen als geboren en getogen Maasbrachtenaar toch als een niet-Limburger beschouwen) zitten in de vier puntersgroep. Met de kopstukken Peter Swelsen, Martijn van Gortel, Peter Schellekens, Ivar Jansen, Andy Damen en Tom Swelsen heeft ons gewest nog een flink aantal troeven in handen om het de mensen in de nog hogere sferen de komende dagen flink moeilijk te maken. Ook bij de drie-uit-drie groep is Limburg flink vertegenwoordigd. De strijd is net op gang gekomen en alles wijst erop dat we nog een hele mooie, spannende damweek tegemoet gaan, hier in Brunssum.

Het kan bij een toernooi met een omvang als hier in Brunssum niet uitblijven dat er na enkele ronden ook deelnemers zijn die nog niet het zoet van de overwinning hebben mogen proeven. Ook zij verdienen het om eens in de schijnwerper van de belangstelling te worden geplaatst. Voor deze ene keer noemen we de mensen die wellicht morgen het eerste puntje gaan binnenhalen: Berry Bottelier, Klaas Mondria, Tymen Naaktgeboren, Sjoerd de Jong, Maurice Koopmanschap en Anne Schippers: jullie tijd komt nog.

Voor morgen staat het topduel tussen Ron Heusdens en Bé Eggens op het programma.

Met dank aan Dieter van Gortel voor de journalistieke inbreng.