Column: Het ontstaan van de Brunssumtoernooien

Het lijkt alweer zo heel lang geleden. Op 29 juli 1978 ging in het Gemeenschapshuis Concordia aan de Prins Hendriklaan in Brunssum, het eerste Brunssumdamtoernooi van start. Twaalf supergemotiveerde jeugddammers, zes nationale toppers bij de jeugd, en zes aanstormende Limburgse jongeren streden in elf ronden om de eer van Brunssum'78. Henk Stoop, de geestelijke vader van dit en zovele van de volgende toernooien, zag een lang gekoesterde wens in vervulling gaan. Roel Küppers was tijdens dat allereerste toernooi arbiter. Het was een buitengewoon geslaagd damevenement. Het initiatief om in Limburg te komen tot een sportieve uitwisseling tussen nationale en regionale jeugddammers was niet helemaal nieuw. De Limburgse Dambond immers had reeds in de zomer van 1969 (Kerkrade) en 1974 (Heerlen) een soortgelijke uitwisseling georganiseerd.

Baanbrekend zou het Brunssumtoernooi worden toen vanaf de derde editie op veler verzoek de deelname voor iedereen werd opengesteld. Het aantal deelnemers was in het eerste toernooi met een vrije inschrijving nog verre van spectaculair, maar dat zou weldra veranderen. De toernooiformule was nog weinig uitgekristalliseerd, zeg maar rustig dat ze nog in de experimentele fase verkeerde, maar zodra eenmaal het Zwitsers systeem als basisformule voor alle zomertoernooien werd gehanteerd, ontstond er een eenduidigheid van systeem. Met de komst van computers en het op de markt komen van computerprogramma's die met behulp van dit systeem razendsnel de resultaten tot een ranglijst kunnen verwerken en met diezelfde behendigheid paringen kunnen verrichten, werd het voor de organisatoren een behoorlijk stuk eenvoudiger gemaakt. Handmatig vaststellen van tussenstanden, het berekenen van weerstandspunten enz., tuurlijk het kan allemaal nog steeds, maar tegen het verbluffende gemak waarmee de rekenwonders het kunnen, daar legt het menselijk vernuft het tegen af. Terug naar de kern van de zaak: Brunssum.

Het initiatief van Henk Stoop en de zijnen (en daarbij moeten we Toon Pierik, Juul Meesters en Symon Elzinga beslist noemen) kreeg in de damwereld navolging. In Nijmegen ontstond het Rondje Goffert, even later in Groningen gevolgd door het Rabenhaupttoernooi.

Helemaal interessant werd het toen de KNDB in 1985 na lang aandringen vanuit Limburg, het predikaat Open kampioenschap van Nederland aan het Brunssumse toernooi toekende. Drie keer op rij werd er in Zuid-Limburg om deze titel gestreden, en de KNDB zag met voldoening dat het verlenen van dit predikaat een gouden greep was.
Toen er een formule werd bedacht om de drie zomertoernooien bij toerbeurt in aanmerking te laten komen voor de organisatie van het Open kampioenschap van Nederland, was dat opnieuw een stimulans voor de dammers om eens, of opnieuw, aan een dergelijk toernooi deel te nemen.

In Brunssum hebben in de loop der tijd ruim 700 dammers en damsters een of meer keren hun gezicht laten zien. Als organisatie zijn we daar natuurlijk heel erg blij mee. Toegegeven, we leggen het in kwantiteit af tegen de collega-toernooien van Nijmegen en Den Haag, maar we gunnen onze collega's de eer groter te zijn (geworden) dan Brunssum van harte.

Morgen meer.